3.4 Grijze druk, OOSR
Eerste interpretatie grijze druk en OOSR
De demografische ontwikkelingen zijn er de oorzaak van dat de in potentie aanwezige mantelzorgcapaciteit in de komende twee decennia snel terug loopt.
De daling van de OOSR is reeds ingezet en gaat de komende twee decennia steeds sneller. Het komt erop neer, dat daar waar in 2020 volgens het CBS/PBL gemiddeld in Wijchen 18 mensen in staat zijn om voor een hoogbejaarde te zorgen, dit in 2040 afgenomen is tot 5 mensen. De cijfers verschillen uiteraard per gebied. In gebieden met verhoudingsgewijs veel ouderen gaat de daling minder snel dan in gebieden, waar nu nog weinig ouderen wonen. Doch: in 2040 komt de OOSR in de verschillende gebieden dicht bij elkaar te liggen. Hierbij valt in grote lijnen op, dat de buitengebieden in het algemeen een lagere OOSR hebben dan de kern van Wijchen met Alverna als iets gunstige uitschieter. Deze ontwikkeling betekent, dat in 2025 enerzijds al gerekend moet worden op een teruglopende mantelzorgcapaciteit, terwijl anderzijds de zorgbehoefte zeker niet afneemt.
Dat het aanbeveling verdient om reeds nu te starten met het zoeken naar substitutie van de mantelzorgcapaciteit behoeft geen nadere toelichting.
Toelichting Grijze druk, OOSR
De verhouding tussen ouderen en jongeren wordt in het algemeen uitgedrukt in de vorm van de grijze druk: het 65-plussers gedeeld door het aantal mensen tussen de 20 en 65 vermenigvuldigd met 100. Als het gaat om mantelzorg dan zegt de grijze druk niet heel veel, omdat mensen tussen de 20 en 50 dikwijls te druk zijn met kinderen en werk om in staat te zijn mantelzorg te leveren. Daarom wordt voor het bepalen van de mantelzorgcapaciteit uitgegaan van de OOSR, de Oldest Old Support Ratio. Deze is erop gebaseerd, dat de alleroudsten zorg en hulp krijgen van de iets jongere ouderen. Dit is vooral zo als de hulpvragers alleenstaand zijn.
Anders gezegd: de mensen van 50 – 75 verlenen in het algemeen de mantelzorg aan mensen van 85 jaar en ouder. De OOSR wordt daarom uitgedrukt in de uitkomst van de deling van het aantal mensen van 50 – 75 jaar en het aantal 85 plussers.
De demografische ontwikkelingen zijn er de oorzaak van dat de in potentie aanwezige mantelzorgcapaciteit in de komende twee decennia snel terug loopt.
De daling van de OOSR is reeds ingezet en gaat de komende twee decennia steeds sneller. Het komt erop neer, dat daar waar in 2020 volgens het CBS/PBL gemiddeld in Wijchen 18 mensen in staat zijn om voor een hoogbejaarde te zorgen, dit in 2040 afgenomen is tot 5 mensen. De cijfers verschillen uiteraard per gebied. In gebieden met verhoudingsgewijs veel ouderen gaat de daling minder snel dan in gebieden, waar nu nog weinig ouderen wonen. Doch: in 2040 komt de OOSR in de verschillende gebieden dicht bij elkaar te liggen. Hierbij valt in grote lijnen op, dat de buitengebieden in het algemeen een lagere OOSR hebben dan de kern van Wijchen met Alverna als iets gunstige uitschieter. Deze ontwikkeling betekent, dat in 2025 enerzijds al gerekend moet worden op een teruglopende mantelzorgcapaciteit, terwijl anderzijds de zorgbehoefte zeker niet afneemt. Daarbij komt nog eens, dat de ontwikkeling intramurale capaciteit geen gelijke tred kan houden met de toename van de zorg en mensen langer thuis moeten blijven wonen. Hiervoor is de mantelzorg essentieel.
Dat het dan ook aanbeveling verdient om reeds nu te starten met het zoeken naar substitutie van de mantelzorgcapaciteit.